In de onafgebroken strijd tegen terreur was er een voortdurende stroom opdrachten voor het team dat Cabrillo had gevormd: specialisten voor duistere operaties, niet gebonden aan de Conventie van Genève of onder toezicht van het Congres. Daarmee was niet gezegd dat de bemanning uit een bende gewelddadige piraten bestond die elke tegenstander afslachtte. Ze waren zich goed bewust van wat ze deden, maar ze beseften ook dat de regels van de strijd vager werden in de eenentwintigste eeuw.

Deze missie was daar een perfect voorbeeld van.

Noord-Korea had het volste recht om tien tactische raketten aan Syrië te verkopen, en de Verenigde Staten moesten die verkoop wel tandenknarsend accepteren. Maar uit onderschepte berichten was duidelijk geworden dat de echte kolonel Hazni Hourani het plan had de koers van de Asia Star te verleggen, zodat twee van de tien Nodongs en een paar mobiele lanceerinrichtingen in Somalië uitgeladen konden worden. Daar werd het wapentuig aan Al-Qaeda gegeven, en die terreurorganisatie zou de raketten enkele uren later afvuren op doelen in Saudi-Arabië, en wel op de heilige steden Mekka en Medina. Dat was onderdeel van een listig plan om de Saudische koninklijke familie uit te schakelen. Het scheen ook dat, al was dat niet te controleren, dat Hourani handelde met stilzwijgende goedkeuring van de Syrische regering.

De Verenigde Staten konden een oorlogsschip naar de Asia Star sturen, maar dan zou de kapitein van het vrachtschip beweren dat ze wegens reparaties naar een andere haven voeren, en de raketten zouden dan in Damascus terechtkomen. Een beter alternatief was de Asia Star op zee tot zinken te brengen, maar als de waarheid aan het licht kwam zou dat een internationaal schandaal veroorzaken, en vergeldingsacties van de terroristische cellen die door Damascus gecontroleerd werden. Het was Langston Overholt IV, een hoge medewerker van de CIA, die met het beste alternatief kwam: de Corporatie erbij betrekken.

Cabrillo kreeg amper vier weken tijd om een oplossing voor het probleem te bedenken, en wel zo onopvallend mogelijk. Cabrillo begreep meteen dat voorkomen dat de raketten bij de afnemers terechtkwamen, legaal of niet, het beste kon gebeuren door te verhinderen dat het wapentuig uit Noord-Korea verdween.

Zodra de Oregon in de buurt van de Yonghung-Manbaai was, gingen Cabrillo, Hanley en Hali Kasim naar de luchtmachtbasis Bagram bij Kaboel, Afghanistan, en ze vertrokken met een Dassault Falcon die identiek was aan het vliegtuig dat kolonel Hourani gebruikte.

CIA-handlangers in Damascus bevestigden het vluchtschema van Hourani naar Pyongyang en een speciaal AWACS-toestel had de zakenjet het lange traject gevolgd. Toen het toestel het Afghaanse luchtruim bereikte, steeg een F-22 Raptor straaljager op van Bagram. De eigen jet van de Corporatie steeg kort daarna op, in zuidelijke richting vliegend, weg van de Syriërs. Hoewel de Amerikanen alle radarinstallaties controleren die konden waarnemen wat er ging gebeuren mocht de verwisseling absoluut niet opgemerkt worden.

In een van de zones waar geen radarbereik is zwenkte Tiny Gunderson, de chef-piloot van de Corporatie, naar een noordelijker koers. Maar nu was de Dassault Falcon niet alleen. Het toestel werd geëscorteerd door een B-2 stealth-bommenwerper, afkomstig van de luchtmachtbasis Whiteman in Missouri. Omdat de bommenwerper veel groter is dan de Falcon, maar onzichtbaar voor de radar, vloog Tiny dertig meter recht boven de stealth. Geen enkele radarpost op aarde kan een B-2 waarnemen, en door de Falcon af te schermen bleef het vliegtuig van de Corporatie verborgen terwijl ze het toestel van Hourani naderden.

Op een hoogte van veertigduizend voet was de Syrische Falcon aan haar plafond, terwijl de Raptor die snel dichterbij kwam nog wel zes kilometer hoger kon stijgen voor de onderschepping. De timing was van cruciaal belang. Toen de B-2 amper een halve mijl achter Hourani's toestel vloog, werden de wapenluiken van de Raptor geopend om een paar AIM-120C AMRAAM-raketten af te vuren.

Als de Syrische jet over een waarschuwingsradar beschikte, dan zouden de twee raketten uit het niets zijn opgedoken. Maar het al oudere Franse toestel had zo'n systeem niet, en dus raakten de twee raketten zonder enige waarschuwing de Garrett TFE-731 turbofans. Zodra de Dassault in de lucht explodeerde dook de piloot van de B-2 bij Tiny Gundersons Falcon vandaan. Op die hoogte zou iedere waarnemer vanaf de aarde menen dat de kort oplichtende vuurbal een meteoriet was. En wie naar een radarscherm keek zag dat het Syrische vliegtuig opeens van de monitor verdween, om enkele seconden later weer te verschijnen, een halve mijl westelijker, om dan normaal op koers te blijven. De technicus zou denken dat het systeem even haperde, als er al enige aandacht aan werd geschonken.

Nu Cabrillo, Hanley en Kasim veilig op de Asia Star waren, moest alleen de bom geplaatst worden, om daarna onopgemerkt van boord te gaan, en contact maken met Eddie Seng in de mini-onderzeeboot. Dan moesten ze ongezien wegkomen uit de best beveiligde haven van Noord-Korea en de Oregon bereiken, nog voordat iemand besefte dat de Star gesaboteerd was.

Het was geen normale dag voor de mannen van de Corporatie. Maar ook niet heel bijzonder.

Hoofdstuk 2

Een kreet wekte Victoria Ballinger.

En die redde haar leven.

Tory was de enige vrouw aan boord van de Avalon, het onderzoeksvaartuig van de Royal Geographic Society, omdat haar hutgenote een week geleden naar een ziekenhuis in Japan was overgebracht vanwege een acute blindedarmontsteking. En dat ze de hut nu alleen gebruikte was ook haar redding.

Het schip was al een maand op zee, als onderdeel van een internationale missie om de stromingen in de Japanse Zee in kaart te brengen. Het gebied was niet goed onderzocht omdat Japan en Korea hun visserijrechten beschermden en elke samenwerking als een bedreiging beschouwden.

Anders dan haar hutgenote die koffers vol kleding en persoonlijke zaken meebracht leidde Tory een spartaans bestaan aan boord. Afgezien van haar beddengoed en wat jeans en rugby shirts voor een week was de hut leeg.

De kreet klonk uit de gang voor haar deur, een mannelijke schreeuw in doodsnood, waardoor ze wakker schrok. Ze opende haar ogen en hoorde doffe knallen van vuurwapens. Meteen werd ze alert en ze hoorde het ratelen van automatische wapens en gekrijs.

Iedereen aan boord van de Avalon was gewaarschuwd dat een bende moderne zeerovers loerde op de schepen in de Japanse Zee. Ze hadden de afgelopen twee maanden al vier schepen overvallen en tot zinken gebracht. De passagiers en elk bemanningslid dat levend ontsnapte moest maar proberen in een reddingsboot weg te komen. Slechts vijftien van 172 zeevarenden hadden de aanvallen overleefd. De vorige dag nog hadden ze gehoord dat een containerschip spoorloos verdwenen was. Vanwege de dreiging van de piraten was een wapenkast geplaatst op de brug, maar de paar geweren en een enkel pistool waren geen partij tegen de automatische geweren waarmee de wetenschappers en bemanningsleden werden neergemaaid.

Haar vecht-of-vluchtinstinct volgend, stapte Tory snel uit haar kooi. Ze verspilde twee kostbare seconden om een keus te maken die ze niet had. Ze kon nergens heen. De piraten waren in de gang voor haar hut. Ze vuurden ook in de hutten, zo te horen. Tory zou meteen neergeschoten worden als ze de deur opende. Ze kon niet vluchten en in de hut was niets wat ze als wapen kon gebruiken.

Het licht van de volle maan scheen door de patrijspoort op de lege kooi tegenover die van Tory. Dat bracht haar op een idee. Ze griste de lakens en dekens van haar kooi en propte alles onder het bed. Daarna haalde ze haar kleren uit de kast, en liet het deurtje open, net als de kast van haar afwezige hutgenote. Ze had geen tijd om de toiletspullen uit de badcel weg te halen. Ze kroop onder haar kooi, zo ver mogelijk weg en trok haar kleren dicht tegen zich aan.


Перейти на страницу:
Изменить размер шрифта: